Pulau Derawan

Deel

Vluchtelingen

Op woensdag hadden we het ticket geboekt voor de boot naar Derawan, een bootreis van 27 uur maar we hadden een cabin zei ons kaartje. Ze spraken bijna geen engels op het kantoortje dus ff goed tjekke voor de vertrektijd. Zij zeiden ‘tomorrow’ maar ook 30 mei, en dat was een vrijdag. Wij wezen op een lander en zeiden ‘this one’. Yes yes, not this tomorrow (donderdag) but ‘this tomorrow’, wijzend op vrijdag. Ja, engels spreken krijgt hier een hele andere betekenis. Maar goed, de boot ging om 1 uur en rond 12 uur waren wij ter plaatse. We zagen een prachtige boot en iedereen riep al naar ons ‘Berau Berau’ (da’s een andere naam voor Tanjung Redeb) . Ja zeiden we en werden meteen doorverwezen naar een andere boot die minder en kleiner was. Ook daar moesten we niet zijn en stonden uiteindelijk voor een aftandse houten boot waar wij als europeanen nog niet eens vluchtelingen op zouden vervoeren. Ons ‘cabin’ kaartje kwam tevoorschijn en wat denk je…….een cabin was hier geen cabin. We werden naar een ‘zaal’ gebracht waar ongeveer tussen de 100 en 150 mensen sliepen op een oppervlakte van ik schat 30 bij 8 meter. Allemaal stapelbedden van metaal in lange rijen en overdwars in het midden gedeelte. De ‘bedden’ waren 160×70 cm zodat mijn brede torso er nog net in pastte ?. Jemig wat een ramp gaat dit worden, het was ondertussen 35 graden en we zagen ons daar echt niet 27 uur binnen zitten. We mochten gelukkig op het dak van de boot waar wat overige vracht lag en DAT was onze enige mazzel en luxe van die reis, de vracht bestond uit ……
Schuimrubber platen. Daar hebben we dus bijna de gehele reis doorgebracht en geslapen onder een supersterrenhemel met 25 graden midden in de nacht. We moeten zeggen heel apart, maar zoals een goede vriend van ons zegt : we hebben de reis 2 keer gemaakt : de eerste en de laatste keer.

Ontplofte rugulator

Als we na een extra vertraging van 1½ uur in Berau zijn, het was eb aan het worden en dan loopt de boot vast (en niemand die ook maar 1 woord klaagt in 35 graden) hebben we ook weer een record gevestigd in de zon, 41 graden. De laatste uren dus toch maar benedendeks doorgebracht en met mijn ‘buurman’ wat indonesische woorden geleerd. Op de boot hadden we een nederlands meisje ontmoet die al 2 jaar engelse les gaf in Samarinda en nu een weekje vrij had. Dat was dus een handige tolk. Over de overnachting zijn we kort, goed geslapen en gegeten en de volgende dag met z’n 4-en in de speedboat naar Pulau Derawan wat 2½ uur uit de kust lag. Ida (de engelse lerares) regelde met de eigenaart van de speedboat dat hij ons ook direct na die week kon doorvaren naar de grens met Maleisië waar we heen wilden. Eenmaal aangemeerd in Derawan waren die afspraken weer als sneeuw voor de zon verdwenen, net als de eigenaar van de boot. We moesten maar zien hoe we er kwamen, hij had ‘plots’ wat anders te doen. Yep, zo gaat ‘the business’ hier. Het eiland was werkelijk een plaatje, witte stranden, mooie lange pier de zee in, vanwaar je zo je snorkeltocht kon beginnen. Al snel spraken we wat andere reizigers die hadden gedoken want dat wilden wij ook doen. Het werd ons meteen afgeraden door een duitse die onderweg was voor haar bedrijfje (reisorganisatie voor duiktrips). Zij nam dit bedrijf zeker niet op in haar lijst. De divemaster had net aan zijn openwater zelf gehaald en zelfs over zijn advanced twijfelde ze nog. Met haar vriendin had ze gedoken en aan de oppervlakte ‘ontplofte’ de regulator van haar vriendin, die nog geen ervaring had. Wij gingen dus maar niet duiken daar. Verder was het daar een relaxte week met lekker eten bij de locals, want het resort was schandalig duur met $15 pp voor het diner terwijl we € 3 in totaal betaalde in het dorp, inclusief het drinken. We gingen weer terug op zaterdag 7 juni naar Tanjung Batu met een speedboat van het resort.

Vervelende local

Op de pier van Tanjung Batu moesten we op de boot wachten die ons naar Tarakan zou brengen. Een ‘opa’ vroeg ons opeens om geld. ‘En wie ben jij dan wel’ dacht ik. Een local vertelde me dat het goed was, opa inde het geld voor de maatschappij van de speedboat. De boot arriveerde, maar vertrok weer net zo snel…..
FULL was het korte maar duidelijke antwoord. ‘Wanneer komt de volgende ?’ eh….morgen ! Daar sta je dan in een dorp van nix en een stel locals die alles van je schijnenen te willen weten (en hebben ?). We voelden ons er niet fijn. Eén van die locals boodt ons aan om met zijn speedboat naar Tarakan te gaan….. voor het 3-voudige van het gewone bedrag. Niet dus. Dan maar weer terug naar Tanjung Redeb (Berau dus) en vanaf daar voor € 16 naar Tarakan vliegen. Kost wel weer een dag, maar gelukkig kunnen we ons op deze trip wel ‘dagen’ veroorloven. Voor een wel normaal bedrag bracht die local ons naar Berau met ‘opa’ en 1 van die vervelende locals die zonodig alles moet weten. Eenmaal in Berau eerst op zoek of we alsnog met de speedboat (die dus ‘full’ bij Redeb voorbij kwam) konden, maarrrrrr……..bij dat kantoortje waar ik het ticket moest kopen, wie zat daar……….die vervelende local die alles wilde weten en met een houding van TOTALE desinteresse vertelde hij dat er ‘problems’ waren met die boot en dat ze ‘cancelled’ waren. Ik riep heel hard ‘krijg allemaal lekker de pleuris’ en liep kwaad weg. Ik had het helemaal gehad met die Indonesiërs, die houding van die lui, de desintersse en ook weer de (verkeerde) interesse. Meelezen als je zit te schrijven, voor je gaan staan als je een formulier invult enz enz. Als (lange blonde?) europeaan kan je nergens lopen zonder aan iedereen uitleg te moeten geven waar je vandaan komt, waai joe going gaat enz enz. Begrijp me goed, Borneo heeft fantastische dingen om te gaan bekijken en te bezoeken, hetgeen hopelijk ook duidelijk is geworden uit de verslagen. De mentaliteit van de Indonesiërs bevalt ons gewoon niet zo, Maleisërs daarentegen zijn 10 keer vriendelijker en behulpzamer en laten je gewoon lekker je gang gaan. Goed, terug naar het kantoortje van de vliegtickets dan maar. Inderdaad konden we ticket kopen voor € 16 en wat tax p.p. Hij schreef op een papiertje 12.00 intjekke en zei : twenty hours incheck. Neeee ’twelve’ zeiden wij. Yes yes, twenty hours. La maar gaan. Waarom wil je eigenlijk nog met een boot zou je denken ? Nou die kosten maar € 8 en aangezien je in je jaar overal op moet letten…….zeg je 20 keer ‘ja’ tegen € 8 extra dan verspeel je dus € 160 hetgeen gewoon minimaal 16 overnachtingen betekent. Maarrrr nu kon het dus niet anders vanwege de houding van Mr Lapzwans. Helaas werd er niet op zondag gevlogen en moesten we dus 1 dag overblijven in Berau EN zooooo kom je dus aan alle tijd om te mailen ? ? ? Echt waar, die tijd ‘pak’ je dus met de wachturen, en geloof me, die zijn er genoeg op zo’n reis

Prinses

We hadden dus een dag extra en hadden in de LP gelezen dat in het paleis van de vroegere sultan een museum was gevestigd. Dat hadden we al bekeken bij ons vertrek naar Derawan, maar…….naast het paleis, annex museum, leefde nog steeds de dochter van de laatste sultan, zijnde dus een echte prinses die nog steeds goed nederlands sprak, vanwege de vroegere bezetting. Zij ontving nog wel eens mensen op de thee en aan de locals gaf zij haar ‘zegen’ (bij huwlijken en pasgeboren baby’s bijvoorbeeld). Wij regelden ff een bootje om ons af te zetten aan de overkant en vroegen bij het eerste de beste huis of ze de prinses kenden ? Ja, die woont hier werd er gezegd. We waren blij verrast en vroegen of ze ons wilde ontvangen. De prinses was al afgekomen op het geluid en de aanblik van “strangers’. We werden zeer hartelijk welkom geheten en ze verontschuldige zich meteen voor het feit dat ze niet meer heel goed nederlands sprak, maar wij konden ons prima redden met haar nederlands. In no time stond er thee met gebak en hebben we heel gezellig zitten praten over nu en vroeger. We mochten het hele huis bekijken en hoe de hele tegenwoordige familie daar woont. Ze woont daar nog met haar zus van 87 (zelf is ze ondertussen 82) en nog met 1 of 2 nichten + alle kleinkinderen. Ze vroeg ook of we wilden blijven tot 16.00 uur want dan kwam er een bruidspaar voorbij. Tuurlijk wilden we dat zien en nog geen kwartier later arriveerden die en weer kregen we the met gebak, ondanks dat we zeiden dat we al gekregen hadden. Het bruidspaar kreeg inderdaad tot 2 maal toe de zegen van zowel de prinses als van haar zus. We werden uitgenodigd voor het feest, maar dat hebben we toch maar niet gedaan. Het duurde maar een uurtje en we moesten er 2 x 20 minuten voor lopen en we hadden ook niets om aan te bieden en liepen er wel heel touristisch bij met korte broek en t-shirt. Terug aan de overkant hebben we in de avond weer heerlijk gegeten en de lokale markt bezocht.

Opklapstoeltjes

De volgende morgen werden we gewekt om 6 uur want de inchecktijd was veranderd van 12 naar 2 uur. Prima, absoluut prima, konden wij nog wat langer slapen. Om 11 uur werd er weer geklopt ; de inchecktijd was veranderd naar 11.30 Shiiiiiiit, taxi in en naar het vliegveld. Om 13.30 uur liep ‘tatou’ naar buiten en riep ‘de pleen de pleen’. Het was een vliegveld zo groot als 2 voetbalvelden en het vliegtuig vertrok inderdaad om 2 uur. De bagage lag achter de achterste stoelen waar we ook nog € 4 extra voor moesten betalen want het was meer dan 10 kilo. Het was een toestel voor 30 personen en we zaten er met 4 in, dus dat is logisch. Afijn, de rugleuningen opklappen, jaaaa het waren klapstoeltjes, en vliegen maar…of was het toch zweven ? Nou ja, we hoefden nog net niet mee te trappen en na een tussenstop om de post af te geven en nieuwe post mee te nemen (echt waar) kwamen we aan in Tarakan. Tarakan hebben we weinig anders gedaan dan het bootticket geregeld naar Nunukan en daarover valt dus niets byzonders te melden. Bij de pier was het de volgende dag een gigantische herrie van mannetjes met megafoons die maar riepen welke boot er wegging of aankwam, dat ie vol zat en dus toch weer niet vol zat enz enz. Onze boot ging weer eens niet en we moesten letterlijk ‘overstappen’ op een andere speedboat, en eindelijk was het een echte ‘speedboat’. Drie keer 200 pk hing er achter en de boeggolven vlogen over het dak van de boot. Na exact een uur waren we in Nunukan. Letterlijk alleen een transitpoint voor mensen die boodcashppen doen in Maleisië dan wel Indonesië en weer aan de andere kant wonen. Eten, slapen, ontbijten en wegwezen….naar Tawau, de 1e plaats in Maleisië en ja hoor……meteen waren de mensen al vriendelijker. Hotel gezocht en gevraagd hoe we in Sandakan konden komen waar we naar “uncle Tan’s wildlife camp” zouden gaan. Dat was rap geregeld en de volgende dag waren we rond 2 uur in de middag bij Uncle Tan’s bureau. Ze zouden daar net met een busje vertrekken om naar het kamp in de jungle te gaan. Wat we wilden. Dat was niet moeilijk, want daar kwamen we voor, maar dat konden zei niet weten.. We hadden niet genoeg cash, amar dat kon later wel. De sfeer was meteen tekenend voor de komende dagen.

Reacties zijn gesloten.